Totaal aantal pageviews

16 september, 2012

Chips, cola en een ijsje

Ik heb jaren rondgelopen met de gedachte dat het saaiste dorp van de wereld in Nederland lag, met name 'Voorburg'. Een zondagmiddag in Voorburg -of all places- is niet bepaald aanrader. Geen café noch restaurant of winkeltje te ontwaren, zelfs geen jeugd- of seniorenlokaal, niks, nul komma nul te beleven in Voorburg op een zondagmiddag, ah ja aan de 'stads'rand wel een Mc Dinges, daar troepte de jeugd en verre aanhang samen, rond frieten met frietensaus (bweurk) en cola. 

Tot zover de belevenissen in Voorburg... wij waren genoodzaakt ons enkele (portugese) dorpen verder naar een garage te begeven want er klopte iets niet met onze 'nieuwe' bolide, er klopte namelijk iets net een beetje té enthousiast in het nemen van linksdraaiende bochten en dus was er behoefte aan een reparatie. 
Eerst leek het er op dat we enkele uurtjes na het afleveren het voertuig konden meenemen maar een fout onderdeel besliste daar anders over, het zou zes uur worden. 
Tijdens deel 1 in de garage, tussen 9 en pakweg 12u maakten Samson en ik een wandelingetje. Een galao vr hem en een sapje voor mij in een café met op het midden vh kruispunt een terrasje. 
Een hongertje. 
Geen versbroodstandje in het kruideniertje, wel voorverpakte veel te zoete rommel en een hongertje is bij mij meestal hartig dus kon ik als alternatief enkel naar een zak zoute chips van Lays grijpen. Voor één keer een chipsbrunch met een compenserend fruitsapje. Het moet kunnen. 
Volgende stap: een betaalautomaat die niet meewerkte. 
Klimmen. Blaffende doch meewandelende honden. Een vervallen kerkhofje met nog zeven grafjes van rond 1915. Een verlaten station. Twee café's maar nog niet open. Terugwandelen naar garage. 
Wachten. 
Ik zeg Samson dat hij mij maar moet oppikken als hij klaar is met betalen want dat ik geen zin heb om daar nog een half uur wortel te schieten. 
Ik stap. Een kilometertje.  
Samson belt. 
Pas om zes uur zegt hij. 
Geen probleem. Komt gij maar naar hier dan stappen we samen verder door naar het volgende dorp. 
Samson komt. Het manneke begint als vanouds en niet geheel onverwacht al wat te zeuren: "'k Moet pipi doen. Ik heb honger. Ik heb dorst. Pfff. 'k Heb 't warm. Wat moeten we doen ? Waar zijn we eigenlijk ?". Bedaren moeten we dat. "Kom" zeg ik, "we stappen door naar het station van dorp X en daar kunnen we iets drinken in de stationskroeg.". 
Stap stap, zucht, puf, zit, pis, zit pis, stap stap. 

Dorp X is altijd een station met meer verbindingen geweest en is dus sinds de afschaffing van meerdere stations (waaronder het onze) net nog ietsje belangrijker geworden. Het is ook een mooi stationnetje, een mooi gebouw met een authentiek perron. Vergane glorie weliswaar. Geen geld uiteraard. Jammer maar begrijpelijk. 
Maar wel nog een café ? Toch ?
Samson, zakt in elkaar. Nu ja, niet echt natuurlijk, gewoon op zijn flauwbezensamsons. Er staan banken op het perron en ik laat de mens daar achter. Tegen beter weten in trek ik dorp X in. Nog een bodempje water in mijn flesje en veel plaats in mijn maag. Wat zei ik over Voorburg ? 

Net als ik mij bedenk dat dorp X toch wel heel erg doods is kijk ik richting station. Grote vogels cirkelen boven het gebouw. 
Gieren... ?? 
Samson ?    
Ik ga maar terug.
Ijlend strompelen we tot aan de dorpspomp. leve de dorpspomp ! Zou het drinkbaar zijn ? We vullen ons flesje toch maar en stappen oververhit, uitgedroogd en uitgehongerd terug naar het levendige dorp, daar hebben ze tenminste chips en cola. We kopen een grote zak zoute van Lays, twee half lauwe cola's en nadien een ijsje toe. Njam. 
In de garage kregen we slecht nieuws, 't zou voor de volgende dag zijn. 
Te voet ? 25 min (op ons tempo) met de auto.
Samson slaat groen uit. 't Was maar een grapje natuurlijk.
Taxi laten bellen.
De vrouw van de garagist biedt aan ons te brengen.
We stappen in en ... we komen aan. Deden wij daar 25 minuten over ? Dat is buiten deze racepilote gerekend. 
Da casa (van het huis) zegt ze bij aankomst.




1 opmerking:

  1. Ik nodig je hier niet uit. Wij wonnen ooit "Dorp op Stap". Komt Marc Brillouet hier voor de aankondiging van het concert in ons kerk die voor ene keer te klein bleek te zijn en zegt hij: "hier is niks, geen bakker, geen beenhouwer, geen dokter". Hij heeft niet goed gekeken. Hier is veld, héél veel veld en heel veel boomgaarden, kilometers en kilometers niets dan boomgaarden.

    Als je ons dorp voorbij bent, val je van de wereld. We hebben zeven straten en 314 inwoners.

    Maar! Een garagist hebben we wél. Alleen hebben we geen auto meer.

    8-)

    BeantwoordenVerwijderen